New
Cool Collective en Jules Deelder laten met de huidige theatertournee
horen hoe jazzy poëzie kan zijn en hoe poëtisch jazz kan
klinken.
Herman en Deelder spelen publiek uit het theaterpluche
Jazz, poëzie en sterke verhalen
DOOR MARK ROOS
,,Jazz, dood en poëzie: drie populaire onderwerpen voor de prijs van één,'' roept Jules Deelder als een volleerd standwerker vanaf het podium van het Haagse theater Diligentia. Het eerste optreden van de nieuwe tournee van Deelder met jazzorkest New Cool Collective loopt tegen het einde en er is een broeierig sfeertje ontstaan. De mix van jazz, poëzie, slap geouwehoer en opzwepende tango's, rumba's en Afrikaanse muziek slaat aan bij het publiek.
Jules Deelder (66) en New Cool Collective-bandleider Benjamin Herman (42) kijken in de catacomben van het Haagse theater met plezier terug op het optreden. De sfeer is jolig en opgewekt. Op de gang wordt stiekem gerookt en in de kleedkamer staan pretsigaretten en sterke drank binnen handbereik voor een eventueel later feestgedruis. ,,Ik had het gevoel dat ik lekker bezig was,'' kraait Deelder door de ruimte. ,,Voor mij was het even zoeken, maar ik kwam ook lekker los,'' voegt Herman toe. ,,Het doet me goed dat al die mensen uit de stoelen kwamen aan het eind.''
Dat Deelder en het orkest weer op tournee zijn, is goed nieuws voor zowel jazz- als poëzieliefhebbers. New Cool Collective is in zijn genre - noem het wereldjazz - de laatste 18 jaar uitgegroeid tot de beste band van Nederland. En Jules Deelder weet met zijn explosieve poézie en hilarische verhalen een breed publiek aan te spreken. Het gedicht Zonder jou kan ik niet leven krijgt op het podium een smartlapjasje, een snel verhaal over een knokpartij tussen kuiven en artistiekelingen op de Rotterdamse beurstrappen wordt voorzien van een nerveus bebop-muziekje.
De achtkoppige band is vandaag in topvorm. Hetzelfde kan worden gezegd van Deelder - afwisselend plaatsnemend achter draaitafel, minidrumstel en microfoon - en zijn kolossale muzikale vriend Ger 'Sax' van Voorden.
Wanneer het idee precies is ontstaan om samen te gaan optreden, weten de heren niet precies meer. Deelder: ,,Ik denk dat het terloops is ontstaan aan de bar; absoluut niet met voorbedachten rade in ieder geval. We repeteren ook nauwelijks voor een show. Het is bij ons: eerst doen, en dan pas nadenken.'' Herman: ,,We werken met een setlist met daarop de nummers die we spelen. Het raamwerk is dus min of meer vast,maar binnen die nummers improviseren we er op los. Ik denk dat er niemand bij ons op het podium is die zin heeft om in een geregisseerde Joop van den Ende- of Albert Verlinde-achtige voorstelling te spelen. Niet omdat we daar geen respect voor hebben, maar omdat we daar niet in passen. We laten ons moeilijk regisseren; we zouden gillend gek worden.''
Deelder: ,,Wat valt er aan ons te regisseren? Het gaat er toch om de kosmische ruis te vangen. Het hele universum draait om ritme; het ritme van de hartslag of welk ritme dan ook. En ritme heb je of niet: dat laat zich niet regisseren.''
Vandaag is dat het geval. In Diligentia lijken zowel de krasse knarren als de twintigers en dertigers zich te vermaken. Op de vraag of Herman en Deelder zichzelf zien als missionarissen van de jazzmuziek, trekken ze een vies gezicht. Herman: ,,Voor mij is muziek maken nooit een missie geweest of een manier om zieltjes te winnen. Ik doe het omdat ik de muziek te gek vind en omdat het sociale leven dat om de muziek hangt me bevalt. Ik zal nooit dingen doen om mensen te pleasen. Muziek is wat mij betreft puur eigenbelang.'' Deelder: ,,Wat wij maken komt voort uit de liefde voor de muziek. Als mensen dat mooi vinden, is dat meegenomen. Zo niet, pech.''