Redmond O’Hanlon is twee eeuwen te laat geboren
In het spoor van Przewalski
In de nieuwe Vpro-serie O’Hanlons Helden treedt de legendarische Britse reisboekenschrijver Redmond O’Hanlon in de voetsporen van 19de eeuwse ontdekkingsreizigers. Het resultaat is een reeks bizarre reisavonturen vol drama, ontberingen en mislukkingen.DOOR MARK ROOS
Hij was de absolute ster van de tv-serie Beagle: in het kielzog van Darwin.
De Britse avonturier en reisboekenschrijver Redmond O’Hanlon (64) is
met zijn enorme bakkebaarden en grijze kuif niet alleen een opvallende
verschijning; hij is ook nog eens een rasverteller.
Hoewel
academisch geschoold zijn de verhalen die O’Hanlon vertelt verre van
ontoegankelijk. Dat geldt zowel voor zijn boeken, die verslag doen van
zijn adembenemende avonturen in Borneo, Congo en Venezuela, als voor
zijn tv-optredens. Er zijn weinig mensen die met zoveel humor en
bravoure kunnen vertellen over de candiru, het penisvisje dat de
eigenaardige gewoonte heeft de urineleider in te zwemmen van mannen die
in de Amazone plassen, en de Venezolaanse traditie om een apenschedel in
de soep te gooien om er vervolgens de oogballen uit te zuigen. O’Hanlon
is belezen zonder dat hij daarmee pocht. In die zin is hij een
geestverwant van de in 2002 overleden tv-ontdekkingsreiziger,
eilandfanaat en bibliofiel Boudewijn Büch.
In
de nieuwe Vpro-serie O’Hanlons helden treedt de kleurrijke Brit in de
voetsporen van wetenschappers, schrijvers en ontdekkingsreizigers die
hij bewondert. Vrijwel alle helden die aan bod komen in de achtdelige
serie leefden in de 19de eeuw. ,,De meest opwindende eeuw die
er is,’’ vindt O’Hanlon. ,,Er was zo veel te ontdekken. Zo veel grote
zaken ook. Als ik dan geleefd zou hebben, had ik ontdekkingsreiziger
willen zijn. Zo iemand die stap voor stap de geheimen van het dieren- en
plantenrijk ontrafelt. Ik was graag Alfred Russel Wallace geweest,
natuuronderzoeker, tijdgenoot van Darwin en een van mijn grote helden.’’
Volgens O’Hanlon is in de 19de
eeuw een compleet nieuwe manier van denken ontstaan. ,,Tot die tijd
werden alle wonderen der natuur toegeschreven aan God. En toen kwamen
Wallace en Darwin met hun evolutietheorieën en was alles wat groeit en
bloeit opeens onderwerp van discussie.’’
O’Hanlon zegt dat er parallellen zijn tussen zijn eigen levensgeschiedenis en de ontwikkelingen in de 19de
eeuw. ,,Ik ben opgegroeid in een streng christelijke traditie en kwam
in mijn tienerjaren in aanraking met de wetenschap, die heel andere
antwoorden had op sommige vraagstukken dan het christendom. Ondanks de
afkeuring van mijn ouders ben ik – vaak stiekem - veel gaan lezen van
Wallace en Darwin, wat thuis tot conflicten leidde die doen denken aan
de 19de eeuw. Kerk versus wetenschap. Geloven versus weten. In mijn latere leven ben ik op reis gegaan, als ware ik een 19de eeuwse ontdekkingsreiziger.’’
Als
O’Hanlon over Darwin vertelt, wordt diens evolutietheorie in één klap
inzichtelijk en behapbaar. Als geen ander weet O’Hanlon de geschiedenis
tot leven te wekken. Of het nu gaat om ontdekkingsreizigers die per
heteluchtballon in de 19de eeuw de maan of de Noordpool
wilden bereizen, om de ‘ontdekker’ van het przewalskipaard of om de
eigenaardigheden van de kannibalen in Gabon: O’Hanlon heeft er een
smeuïge anekdote over, vaak opgedist met humor en veel gevoel voor
drama.
In O’Hanlons helden werkt de Brit samen met de Nederlandse
regisseurs Roel van Broekhoven en Maaik Krijgsman. Voor laatstgenoemde
was het werken met de Brit en de onderwerpen die hij voorstelde een
ontdekkingsreis an sich. ,,Ik heb me dat nooit gerealiseerd, maar in de
19de eeuw werden fantasieën vaak werkelijkheid. Je kon je in
gedachten de meest bizarre dieren verbeelden, en vaak bleken die dan ook
echt te bestaan. Miereneters, dinosauriërs, kangoeroes: je moet wel
heel veel fantasie hebben om zoiets te verzinnen.’’
In
een van de uitzendingen zien we dat O’Hanlon zich laat inzegenen door
sjamanen in Mongolië. In andere afleveringen reist hij naar de
binnenlanden van Gabon om te onderzoeken of kannibalisme nog in zwang is
en gaat hij op berenjacht in Rusland. O’Hanlon: ,,Er mislukte ook heel
veel in de 19de eeuw. Een van de uitzendingen gaat bij voorbeeld over de ballonvaarders in de 19de
eeuw. Hun ontdekkingsreizen vallen bijna zonder uitzondering in de
categorie mislukkingen. Zo is er een ballonvaarder die trachtte de maan
te bereiken om tot de dodelijke ontdekking te komen dat er geen zuurstof
is daar boven. Twee andere ballonvaarders wilden naar de Noordpool,
maar werden onderweg opgegeten door ijsberen. Puur drama.’’
De
vraag blijft wat er nog te ontdekken valt in deze tijden, waarin je kunt
bungeejumpen in het Andesgebergte en raften in de Amazone. O’Hanlon:
,,Op microniveau valt er nog genoeg te ontdekken. Elke boom diep in het
tropische regenwoud bevat op zijn minst 500 niet onontdekte
micro-organismen. En daarnaast is er het heelal, waar nog heel veel te
ontdekken valt, en de diepzee. Vooral dat laatste intrigeert me. Wat
leeft daar allemaal heel diep op de bodem van de zee, verstoken van
daglicht en het menselijke zichtveld, levend op een dieet van zwavel?’’
Krijgsman:
,,De schatting is dat er tussen Peru, Colombia en Bolivia nog zo’n
zestig stammen in het regenwoud wonen. Stammen waar wij geen weet van
hebben, die in complete isolatie leven, die nog nooit een blanke hebben
gezien. Je kunt er eenvoudigweg niet komen, want de route ernaartoe is
te gevaarlijk omdat het er vergeven is van de drugssmokkelaars.
Fascinerend, toch?’’
O’Hanlon: ,,Ik zou graag nog een keer
teruggaan naar de Orinoco-rivier in Venezuela, naar de regenwoud-kant
van de Andes. Toen ik er was heb ik ze niet gezien, maar er schijnt daar
een soort dwergenvolk te leven, vergelijkbaar met de inmiddels
uitgestorven, één meter lange Floresmensen die op het Indonesische
eiland Flores leefden. Ik ben daar zeer nieuwsgierig naar. Als ik de
verhalen moet geloven, zijn het geen homo sapiens, maar een apart soort
mensachtigen; een soort hobbits zeg maar.’’
O’Hanlons Helden, vanaf morgen acht zondagen lang om 20.15 uur op Nederland 2.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten