De 3000 zelfportretten van Philip Akkerman
Philip Akkerman doet niets anders dan zichzelf schilderen
Je eigen ik als enige houvast in het leven
Philip
Akkerman schilderde de afgelopen dertig jaar meer dan 3000
zelfportretten. In de Kunsthal in Rotterdam zijn 400 van die portretten
te zien.
DOOR MARK ROOS
In 1981 besloot kunstenaar Philip Akkerman (53) enkel en alleen nog
zelfportretten te schilderen. In dertig jaar heeft hij er ruim 3000
gemaakt. ,,Tijdens mijn opleiding op de academie in Den Haag heb ik me
verdiept in de meest uiteenlopende genres en heb ik op los
geëxperimenteerd. Tot ik uitkwam bij het zelfportret. Ik heb sindsdien
niets anders gedaan. Door mezelf te beperken tot dit genre, heb ik de
vrijheid gevonden en kan ik eindeloos variëren. Dit was voor mij dé
manier om een begrijpelijk oeuvre op te bouwen met ritme en samenhang.''
De Kunsthal heeft elf Akkerman-verzamelaars gevraagd hun werken uit te
lenen. De 400 zelfportretten zijn gerangschikt per verzamelaar. Elke
verzamelaar heeft zo zijn eigen voorkeuren, waardoor er orde is
aangebracht in die op het oog chaotisch ogende verzameling hoofden.
Akkerman: ,,De ene verzamelaar wil alleen maar zelfportretten met
grijstinten, de andere alleen leuke jongenshoofden en weer een ander wil
alleen zelfportretten met schreeuwende kleuren en vervormde hoofden.
Door de werken per verzameling op te hangen, krijg je een soort
gevoelsmatige ordening.''
Vanwege de enorme hoeveelheid zelfportretten, en de grote variatie, ben
je niet snel uitgekeken op de expositie in de Kunsthal. Sommige
portretten zijn heel waarheidsgetrouw, bij andere is het hoofd van
Akkerman op onnavolgbare wijze vervormd. Ook zien we Akkerman afgebeeld
met en zonder bril, met en zonder hoofddeksel, als oude meester en als
Van Gogh. Akkerman: ,,Mijn vader nam me vroeger op de fiets mee naar
het Kröller-Müllermuseum. Ik ben in mijn jeugd heel veel in musea
geweest, heb heel veel schilderkunst gezien en in me opgenomen. Heel
soms borrelt daar iets van op. Dan komt er iets Rembrandt-achtigs of Van
Gogh-achtigs uit, zonder dat ik dat bewust doe overigens.''
Zijn eerste zelfportretten, die toentertijd van de hand gingen voor 250
euro, schilderde hij op dezelfde manier als Van Gogh te werk ging.
Akkerman: ,,Gewoon met een ezel, voor de spiegel, met penceel en verf.
Ik schilderde die vroege zelfportretten in één keer. Het resultaat is
wat bruinig, en er mislukte veel. Met die techniek voelde ik me een
slaaf van het materiaal. Ik ben toen bewust gaan zoeken naar een methode
om de techniek
meester te worden. Net als de oude meesters begin ik nu met een schets
met grijstinten, een zogeheten grisaille. Daarna ga ik het werk
vervolmaken, eerst met donkere en lichte tinten en vervolgens met kleur
erop. Sinds ik zo ben gaan werken, heb ik controle over wat ik doe en
lijkt mijn werk preciezer, uitgesprokener en kleuriger. Ook van een
spiegel maak ik geen gebruik meer. Het gaat mij niet om
waarheidsgetrouwe, maar om mooie, spannende, verbazingwekkende
schilderijen.''
Aanvankelijk werd zijn werk slechts mondjesmaat verkocht. Akkerman:
,,Wie wil er nu zo'n boze man in zijn huiskamer hebben hangen?'' Later
kwamen verzamelaars tot de ontdekking dat de werken van Akkerman tot
leven komen als je meer exemplaren bij elkaar hangt. ,,Er zijn
verzamelaars die elk jaar een werk kopen.''
Op de vraag of je toch een klein beetje narcist moet zijn om zoveel
zelfportretten te schilderen, fronst de schilder zijn wenkbrauwen. ,,Ik
narcist? Dat zou je mijn vrouw moeten vragen. Ikzelf denk dat het wel
meevalt. Ik vind wel dat het enige dat houvast biedt in het leven jezelf
is. Je kunt pas oordelen over jezelf als je leert naar jezelf te
kijken. En volgens mij is dat niet eens zo'n egocentrische gedachte.''
Akkermania, de oneindige variatie in het werk van Philip Akkerman, is tot en met 26 juni te zien in de Kunsthal in Rotterdam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten